Meerjarenbegroting 2019-2022

Overzicht algemene dekkingsmiddelen, vennootschapsbelasting en onvoorzien

In bovenstaande tabel blijkt een verschuiving van de Uitkering sociaal domein naar de Algemene uitkering.  Vanaf 2015 ontvingen de gemeenten afzonderlijke uitkeringen met betrekking tot de Wet  maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de jeugdhulp en participatie. In het Regeerakkoord van het huidige kabinet is opgenomen dat het grootste deel van deze uitkeringen sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de Algemene uitkering. Deze overheveling vindt budgettair neutraal plaats; dat wil zeggen: iedere gemeente ontvangt binnen de Algemene uitkering het bedrag waarmee zij op basis van eerdere informatie rekening kon houden. Mochten er door de gewijzigde systematiek toch verschillen ontstaan, dan wordt dit gecompenseerd door een zogenaamde suppletie-uitkering.

Verder merken wij op dat in bovenstaande tabel de netto-opbrengsten (dus gecorrigeerd met eventueel optredende lasten) van de diverse belastingen worden vermeld. In de paragraaf  Lokale heffingen worden eveneens de belastingopbrengsten vermeld; in die tabel is echter sprake van de bruto-opbrengst. Hierdoor ontstaan verschillen tussen beide tabellen.

Vennootschapsbelasting

In Nederland zijn overheidsondernemingen in principe belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Activiteiten of clusters van activiteiten zijn te kwalificeren als Vpb-plichtig als sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, van deelname aan het economisch verkeer en van een winstoogmerk of van structurele overschotten.
Uit een inventarisatie van de activiteiten binnen de reguliere exploitatie blijken in onze gemeente geen Vpb-plichtige (clusters van) activiteiten aanwezig te zijn. Ook de activiteiten op het gebied van de grondexploitatie zijn niet Vpb-plichtig. Aan de voorwaarde van winstoogmerk of structurele overschotten wordt namelijk niet voldaan.
Derhalve luidt de conclusie dat onze gemeente niet belastingplichtig is voor de Vennootschapsbelasting. Wij hebben dan ook geen bedrag hiervoor in onze begroting opgenomen.

Onvoorzien

Op taakveld 0.8 Overige baten en lasten van programma 0. Bestuur en ondersteuning is een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen voor het opvangen van in de loop van het begrotingsjaar noodzakelijke nieuwe uitgaven of de onvermijdelijke verhoging van bestaande posten. Voor 2019 en volgende jaren is een raming van € 126.000 beschikbaar.