In de voorbereiding op deze meerjarenbegroting zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.
nr | Risico Bedragen x € 1.000 | Kans op voordoen van risico | Financieel gevolg (maximaal) | |
---|---|---|---|---|
1 | Niet realiseren geraamde opbrengst- waarde grondexploitaties (Zevenaar Oost, Babberich en Centrumplan) | *1 | 12.403 | |
2 | Tekort op het I-deel (BUIG) | 50% | 1.300 | |
3 | Verbonden Partijen / Gemeenschappelijke regelingen | 50% | 1.000 | |
4 | Wachtgeld wethouders | 30% | 1.400 | |
5 | Sociaal domein / Jeugd / WMO | 30% | 1.200 | |
6 | Verbouw HAL12 | *1 | 355 | |
7 | Exploitatie HAL 12 | *1 | 308 | |
8 | Vervangen essen in verband met schimmel | 30% | 1.000 | |
9 | Verstrekte hypotheekleningen aan personeel | 50% | 600 | |
10 | Algemene uitkering wijkt af van de begroting | 50% | 500 |
Opmerking:
*1: Voor de grondexploitaties en het project HAL12 is een separate risico-inventarisatie en -analyse uitgevoerd. De uitkomst daarvan is opgenomen in deze tabel, vandaar dat hiervoor geen kans is opgenomen.
Toelichting op risico's
Grondexploitatie
Uit de meest recente risicoanalyse van de grondexploitaties (Zevenaar-Oost, Babberich, Centrumplan en voormalig Rijnwaardense plannen) blijkt dat het totale risicoprofiel van de grondexploitaties is gecalculeerd op € 12.403.000. Ten opzichte van het risico in de jaarrekening 2017 betekent dit een afname van € 1.309.000. In de paragraaf Grondbeleid is een specificatie van de cijfers in tabelvorm opgenomen.
Het risico in het kader van het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) behoudt een prominente plaats in het risicoprofiel van de grondexploitatie Zevenaar Oost Bedrijven. Daarnaast bestaat nog steeds onduidelijkheid als het gaat om de doortrekking van de A15 en aansluiting/verbreding van de A12. Naar verwachting doet de Raad van State hierover pas begin 2019 een uitspraak. Het afzetrisico voor het plangebied neemt hierdoor toe omdat de datum van 1 januari 2021 (dit is de termijn waarin evenwicht moet worden bereikt tussen vraag en aanbod) dichterbij komt. Verder spelen andere factoren als vertraging in de uitgifte, rente- en overige kostenstijgingen een rol in het risicoprofiel.
Om aan het afzetrisico het hoofd te bieden hebben wij de afgelopen tijd ingezet om (versnelde) fysieke maatregelen te treffen om de verkoopbaarheid van 7Poort te bevorderen. Zo is de hoofdlaan inmiddels aangelegd waarbij een 2e ontsluiting ontstaat (in geval van calamiteiten) via de Landeweerdijk. Ook heeft u in de raadsvergadering van 26 september 2018 besloten tot een onderzoek naar de aanleg van een 2e viaduct op 7Poort waardoor een goede ontsluiting voor bedrijven en de toekomstige Outlet ontstaat. Dit geeft vertrouwen bij de ondernemers. Ook wordt fors ingezet op de marketing en acquisitie van het bedrijventerrein. We verstrekken geen reserveringen/opties meer sinds 1 januari 2018 maar gaan direct over tot onderhandeling. Voor alle kavels zijn kavelpaspoorten uitgegeven waarvan wij voor de 19 hectare en 3,7 hectare momenteel in onderhandeling zijn. Voor de 6,1 hectare kavel zijn wij in gesprek om over te gaan tot onderhandeling. Er wordt meer ingezet op landelijke naamsbekendheid. Deze maatregelen dragen bij aan een verbeterde afzetbaarheid van het bedrijventerrein.
Het risicoprofiel van het complex Centrumplan is aanzienlijk afgenomen doordat de daadwerkelijke ontwikkeling van de locatie Bommersheufsestraat een feit is geworden. De grond is geleverd en de ontwikkelaar is gestart met de bouw.
Tekort op het I-deel / BUIG
In de Businesscase heeft de RSD de opdracht gekregen om zich verder te ontwikkelen tot een netwerkorganisatie. De effecten van de Businesscase zijn verwerkt in de begroting. Een belangrijke besparing in de businesscase is de daling van het aantal bijstandsgerechtigden. Het risico bestaat dat de veronderstelde daling niet wordt gerealiseerd, waardoor een nadeel ontstaat bij het I-deel. Dit risico in combinatie met de schommeling in de BUIG geeft aanleiding een risico op te nemen in de weerstandsparagraaf. Het risico wordt ingeschat op maximaal € 1,3 miljoen.
Verbonden Partijen
De begrote jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan Verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat Verbonden Partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. We gaan voor de inschatting van het risico uit van maximaal 5% van de totale jaarlijkse bijdrage. In deze begroting is een algemeen risico op de verbonden partijen opgenomen. In het najaar van 2018 zal u een nota verbonden partijen ontvangen, wat de basis zal vormen voor het specifiek maken van deze risico’s
Wachtgeld wethouders
Om de wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet. Omdat dit risico omvangrijk kan zijn wordt dit meegenomen bij het bepalen van het weerstandsvermogen.
Sociaal domein
De prognose voor het toekomstige gebruik van jeugdzorg en Wmo is nog steeds moeilijk te maken. De gemeente is hierbij van tal factoren afhankelijk die buiten de invloed sfeer van de gemeente liggen. In de kadernota zijn als gevolg van de realisatie in het verleden en in het kader van realistisch begroten de budgetten voor het sociaal domein bijgesteld. Hierdoor is het risico ten opzichte van de jaarrekening 2017 gedaald, maar er zal altijd nog een risico blijven bestaan. Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 1,2 miljoen aangehouden.
Verbouw en exploitatie HAL 12
In de jaarrekening 2017 van de voormalige gemeente Zevenaar bevond het project Hal 12 zich in de toprisico’s. Het risicoprofiel van dit project is echter onder te verdelen in risico’s m.b.t. de bouw en risico’s m.b.t. de toekomstige exploitatie. Het totale risicoprofiel in de jaarrekening van € 1.267.000 was onder te verdelen in een bouwrisico van € 815.000,- en een exploitatierisico van € 452.000.
De risico’s met betrekking tot de bouw zijn gerelateerd aan het bouwkrediet (incidenteel). De exploitatierisico’s hebben betrekking op de meerjarenbegroting en de bedragen die hiervoor (structureel) zijn opgenomen. Het risicoprofiel ten aanzien van de bouw bedraagt nu -na actualisatie- € 355.000 en dat van de exploitatie € 308.000. De afname van het risicoprofiel is toe te schrijven aan het feit dat het project verder gevorderd is. De beheersmaatregelen zijn daarmee verder uitgewerkt, wat het risico verkleind.
Vervangen essen in verband met schimmel
In de gemeente Zevenaar staan ongeveer 5.000 essen. Landelijk gaan veel essen dood als gevolg van het vals essenvlieskelkje, een schimmel uit Azië waar onze inlandse essen niet tegen kunnen. Ook in Zevenaar is reeds een aanzienlijk deel van de essen aangetast. Naar verwachting zal op termijn 25% van de essenpopulatie moeten worden vervangen door andere boomsoorten.
Verstrekte hypothecaire geldleningen
Het risico houdt verband met in het verleden verstrekte hypothecaire geldleningen aan personeel van de gemeente. De risico’s zitten hoofdzakelijk bij de hypotheken die 'onder water staan', oftewel de schuld is hoger dan de WOZ-waarde. Het risico daalt de komende jaren, omdat er wordt afgelost, de WOZ-waarde zich positief ontwikkeld en omdat er geen nieuwe hypothecaire leningen mogen worden verstrekt.
Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig aan de rijksuitgaven. Nemen de rijksuitgaven toe, dan neemt ook de algemene uitkering toe. Bij een afname van de rijksuitgaven geldt het omgekeerde. De hoogte van de algemene uitkering is hierdoor afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.