Meerjarenbegroting 2019-2022

Weerstandsvermogen

Financiele kengetalen

De financiële kengetallen geven u een globaal inzicht in de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen moeten in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld geven van de financiële positie van onze gemeente.

De kengetallen wijken in sommige gevallen af van de waarden in eerdere begrotingen. Dit is het gevolg van de wijzigingen in het BBV. Het totaal aan baten is in bijna alle gevallen de deler en omdat deze anders moet worden geregistreerd is dit totaal lager dan in eerdere jaren. Als gevolg hiervan stijgen de percentages.

1. Netto schuldquote
De netto schuldquote bestaat uit twee kengetallen:

a.   netto schuldquote: dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Hoe lager het percentage hoe beter. De VNG adviseert om 130% als maximum norm te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen.
b.   netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen:  Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

Voor onze gemeente bedraagt het percentage van de netto schuldquote in 2019 115%. In de primaire begroting lag dit percentage lager en was dalend. Als gevolg van ons meerjareninvesteringsplan zullen de leningen de komende jaren echter toenemen. De leningen in relatie tot de grondexploitatie nemen nog steeds af (zie kengetal grondexploitatie), maar met name investeringen in de fysieke leefomgeving en het onderwijs (IHP) zorgen ervoor dat wij meer middelen nodig hebben.

De gecorrigeerde netto schuldquote komt uit op 103%. Bij de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen spelen voornamelijk de hypotheken aan ambtenaren een rol. Deze leningen zijn de afgelopen jaren sterk gedaald en de verwachting is dat deze de komende jaren verder afnemen.

2. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Voor onze gemeente zien we een stabiele solvabiliteitsratio van gemiddeld 20%. Alhoewel het kengetal stabiel blijft, is het  lager dan het Gelders gemiddelde. De ontwikkeling van de solvabiliteit blijft daarmee een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren en hangt sterk samen met de ontwikkeling van de grondexploitaties en de toename van investeringen.

3. Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie is ten opzicht van de totale baten.
In onze gemeente is sprake van 'in exploitatie genomen bouwgronden' die grotendeels bestaat uit grondexploitaties Zevenaar-Oost en Babberich. De boekwaarde zal de komende jaren als gevolg van verkopen af gaan nemen, waardoor het risico zal gaan dalen.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitaties een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstig) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de woningen kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, loopt een gemeente relatief gering risico. Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of een grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans en moet die worden afgewaardeerd, dan leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio. Omdat de economie is aangetrokken en de verkopen toenemen is het risico lager geworden, maar het blijft nog steeds van belang de waardering van de gronden in relatie tot de ontwikkeling in het RPW (Regionaal Programma Werklocaties) te blijven volgen.

4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de Algemene uitkering en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Dit kengetal is relevant voor de beoordeling van de financiële positie, omdat het van belang is om te weten welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De kengetallen moeten daarbij in samenhang worden bezien. Wanneer bijvoorbeeld de grondexploitatie er niet toe bijdraagt om de schuldpositie te verminderen en de structurele exploitatie ruimte negatief is, geeft het kengetal belastingcapaciteit inzicht in de mogelijkheid tot hogere baten.

De berekende structurele exploitatieruimte in meerjarig perspectief komt alleen in het laatste jaar licht negatief uit. Dit wordt met name verklaard door het wegvallen van enkele structurele inkomsten in de begroting. In 2022 vallen de precario opbrengsten weg, daarnaast is de systematiek ten aanzien van het BTW-compensatiefonds gewijzigd. De opbrengsten uit het BTW-compensatiefonds die wij structureel raamden (Algemene Uitkering), worden nu pas verwerkt als we ze realiseren.

5. Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de belastingdruk van de gemeente ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het landelijk gemiddelde is gebaseerd op de gegevens van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO), die jaarlijks een rapport opstelt over de ontwikkeling van de lokale lasten. COELO veronderstelt een vaste waarde voor gebruik en zet dit af tegen de tarievenontwikkeling. Het feitelijk gebruik kan afwijken van het veronderstelde gebruik, waardoor de ruimte voor belastingverhoging niet wordt bepaald door het percentage dat door de COELO wordt berekend.
In de berekening zijn meegenomen de OZB-lasten, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een gemiddeld gezin. Onze gemeente zit met 99 % onder het landelijk gemiddelde. Er is ruimte om een negatieve structurele exploitatieruimte aan te vullen met structurele baten.

In onderstaande tabel zijn de scores van onze gemeente gekoppeld aan de beoordeling door de provincie in het kader van het interbestuurlijk toezicht. Hieruit volgt de beoordeling 'matig'.