Meerjarenbegroting 2019-2022

Grondbeleid

Winst- en verliesneming

Ten aanzien van winst- en verliesneming is hierover het volgende in de Nota Grondbeleid 2012 opgenomen:

  1. Verliezen worden genomen als die bekend zijn (voorzichtigheidsbeginsel), daartoe wordt een voorziening getroffen ten laste van de algemene reserve (risicoreserve).
  2. Winsten worden genomen wanneer die gerealiseerd zijn (realisatiebeginsel).
  3. Winst en verlies wordt genomen op basis van contante waarde.
  4. Winst en verlies komen via de exploitatie ten laste van en ten goede aan de reserve grondexploitaties. In de praktijk (zie ook onder 1) is dit nu de algemene reserve.
  5. Als de geraamde kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd mag winst worden genomen binnen een (deel) grondexploitatie.
  6. Tussentijdse winstneming vindt dan slechts plaats als er voldoende zekerheid is voor winst nemen.
  7. Winstneming vindt plaats bij de jaarrekening of programma uitvoeringsrapportage (pur). De laatste is inmiddels vervangen door de Voortgangsrapportage.

Bovenstaande beleidsregels sloten tot op heden aan bij de bepalingen in het BBV. In 2016 is echter een Notitie Grondexploitatie verschenen waarin is aangegeven op welke wijze wij rekening moeten houden met tussentijds winst nemen bij positieve grondexploitatiecomplexen. Omdat daarover vragen zijn gerezen heeft de commissie hierover een nadere uitleg gepubliceerd welke in het najaar van 2018 zal worden verwerkt in een actualisatie van de Notitie.
Het bovengenoemde realisatiebeginsel dient zodanig te worden uitgelegd dat de winst bij meerjarige projecten niet pas aan het eind van dat project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd ontstaat en ook als zodanig moet worden verantwoord. Het verantwoorden van tussentijdse winst is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van tussentijdse winst is het wel noodzakelijk om de nodige voorzichtigheid te betrachten. In dat kader dienen de projectspecifieke risico's van de nog te realiseren kosten en opbrengsten in beeld te zijn gebracht.
Voor het bepalen van de tussentijdse winst heeft de commissie BBV de zogenaamde Poc-methode geïntroduceerd (Percentage of completion). De Poc-methode houdt rekening met de fase waarin de grondexploitatie, zowel wat betreft de opbrengsten als kosten, verkeert. De methode is vrij eenvoudig toepasbaar en kan eenduidig worden gehanteerd voor alle positieve grondexploitaties. Hiermee wordt aangesloten bij de doelstelling van de vernieuwing van het BBV, namelijk vereenvoudiging en eenduidigheid en daarmee betere onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten.

Van de gemeentelijke grondexploitaties wordt geen (tussentijdse) winstneming in 2018 of 2019 verwacht. In het kader van uw besluit van 4 juli 2018, waarin u hebt besloten tot uitbreiding van de grondexploitatie Zevenaar Oost, vindt wel een correctie op de verliesvoorziening plaats. Het gaat hier om een bedrag van € 2.583.000 welke wij hebben verwerkt in de Voortgangsrapportage 2018 en toegevoegd aan de Algemene reserve.
Overige correcties op de verliesvoorziening vinden, voor zover nodig, plaats bij de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties. Deze verwerken wij vervolgens in de jaarrekening.